Het verhaal hierachter gaat als volgt: ergens rond het jaar ’56 loopt de puissant rijke Mrs. Caroline Folke bij een willekeurige Mercedes-Benz dealer naar binnen in New York om daar een guitige stationmobiel op de kop te tikken. “Die hebben we niet bij MB” kreeg ze te horen. Hoe ze het toen toch voor elkaar gekregen heeft is een raadsel, maar de heren verkopers aldaar beloofde mevrouw Folke toch dat ze voor haar een stationwagen-met-ster zouden regelen.

Als basis koos men dus een Mercedes 300C sedan. Voorzien van een 3.0 liter viercilinder met twee Solex carburateurs om de motor te voorzien van de nodige lucht en brandstof. Goed voor een niet mis te verstane 125 pk. Vervolgens werd de Benz overgevlogen naar Binz Coachworks Company om eens flink toegetakeld te worden.

Maar het resultaat mocht er uiteindelijk wezen, en dat vond de welvarende mevrouw Folke ook. Ze was er zo op verliefd dat ze het autootje overal mee naar toe nam (met geld kan alles) als ze weer een van haar huizen bezocht in Manhatten, Parijs of Palm Beach.